Herkomst

 

Oorspronkelijk komen grasparkieten uit Australië.

De leefomstandigheden op dit continent van halfwoestijnen en steppen lijken zeer onherbergzaam. De dag/nacht wisseling zorgt voor grote temperatuurschommelingen tussen hitte en kou en in de loop van het jaar treden lange droogteperioden op.

Door deze extreme omgevingsinvloeden ontwikkelden grasparkieten zich tot echte specialisten die zich voortreffelijk hebben aangepast.

 

Grasparkieten zijn sociale dieren die zich in het wild verenigen in grote zwermen en ook gezamenlijke broedbomen gebruiken.

Wanneer het eindelijk regent in de halfwoestijnen veranderen de steppen en de halfwoestijnen in groene, bloeiende en weelderige landschappen, en is het de hoogste tijd voor gezinsuitbreiding!

 

De koppeltjes verspelen geen tijd en gaan op zoek naar een plek om een nest te bouwen, het liefst in een holte in een eucalyptus boom. De timing is van groot belang  omdat het hoofdvoedsel voor de nestelingen en jonge vogels uit de halfrijpe zaden van de ontspruitende gassen bestaat, en deze zijn er alleen na de regen genoeg te krijgen.

In 1840 nam de vogelkenner John Gould de eerste levende grasparkieten mee vanuit Australië naar Engeland. Dankzij eenvoudige verzorging en fokbaarheid verspreidde de vogel zich snel over Europa en werd hij hoe langer hoe geliefder bij fokkers en vogel liefhebbers.